‘Een enorme oplegger die is afgekoppeld van een vrachtwagen’
‘Je ziet het: het is een oplegger die geparkeerd staat,’ zegt architect Ådne Trodahl, om eventuele kritiek op de architectuur voor te zijn. Met een beetje goede wil kun je in het huis, dat hij voor zijn gezin heeft ontworpen, inderdaad een enorme oplegger zien die is afgekoppeld van een vrachtwagen. Dat het huis anders dan anders is, is in ieder geval duidelijk. Het perceel zelf is ook niet rechttoe, rechtaan. Als je een architect vraagt hoe een gebouw zijn vorm heeft gekregen, gaat het antwoord altijd over de grond.
‘Het perceel loopt heel schuin af, en we wilden dat gebruiken voor het bovenste niveau, waar je uitkijkt op de stad en de natuur. Het huis is zo ontworpen dat elke verdieping een ander deel van de grond gebruikt. Beton was als materiaal het meest geschikt voor zo’n constructie,’ legt Ådne uit.
Panoramisch uitzicht op de stad
Vaak wordt een van de lange zijden van een huis als de voorgevel beschouwd. Maar in dit geval is het huis overdwars op de helling gezet, zodat de korte zijde naar de straat is gericht.
‘De voorgevel is het gezicht naar de wereld,’ zegt Ådne.
In dat geval kun je de benedenverdieping zien als de hals en vormt de tussenverdieping de kaak, die boven de parkeerplaats zweeft. De versprongen verdiepingen dragen bij aan het cutting edge karakter van de woning, die een middelvinger lijkt op te steken tegen de zwaartekracht. Maar het gaat er niet om om te imponeren of te verbazen. Ook in dit opzicht is het ontwerp een reactie op het smalle, steile perceel.
Dankzij het panoramaraam hoog in de voorgevel kijk je vanuit de woonkamer ver naar het oosten. De andere ramen kijken uit op de mooie tuinen in de buurt, en op die van de bewoners zelf.
Stijlvolle ruwe afwerking
‘We hebben geen kozijnen, de ramen zijn simpelweg uitsneden in het beton die de openingen voor het uitzicht definiëren. Dat helpt om de scheiding tussen binnen en buiten uit te wissen en accentueert het beton. Het is clean en ruw tegelijk. Geen van de elementen is prefab. Het hele huis is ter plekke gegoten en alle oppervlakken zijn geslepen.
‘Alles is met elkaar verbonden. De elektriciteitsleidingen en de vloerverwarming zijn direct in het beton geïntegreerd. Daardoor was er een slankere constructie mogelijk,’ legt de architect uit.
Overal beton
Het uiterlijk en de bouwmaterialen gaan hand in hand, als een architectonische knipoog naar traditionele stenen huizen of blokhutten.
Het beton kenmerkt het hele huis. Ook vanbinnen. Als tegenwicht is er in het woongedeelte op de bovenste verdieping gekozen voor een houten vloer. De grenen planken zijn rechtstreeks op het beton gelijmd. Op de verdieping eronder, met de slaapkamers en de entree, zijn enkele wanden bekleed met panelen van noestvrij grenen.
Een bijzondere balans
‘We hebben een balans gezocht tussen warm en koud. Je hebt materialen nodig die het beton compenseren, want dat kan genadeloos zijn. En we wilden materialen gebruiken waar verder niets meer mee hoeft en dat mooi veroudert. Dit is geen huis dat je gaat verbouwen.’
Het plafond onder het schuine dak kán niet eens verbouwd worden. De zelfdragende staalplaten worden doorgaans niet in woningen gebruikt, maar eerder in winkelcentra, magazijnen en sporthallen, waar het dak een grote afstand overspant en de kosten laag moeten blijven. De platen zijn geperforeerd voor een geluiddempend effect en dragen zo bij aan de akoestiek in een ruimte met veel harde oppervlakken. Boven de keuken bevindt zich een entresol waar je via een ladder kunt komen.
Een verrassend ruim huis
In de rest van het woongedeelte loopt het plafond helemaal tot aan de nok.
‘Daardoor voelt het huis veel groter aan. Je wordt verrast als je boven komt en die extra ruimte ervaart,’ zegt Ådne.
‘Ervaren’ is het sleutelwoord, want de zone is relatief smal. Als je er grote hangbanken neerzet, zou het algauw krap aandoen.
‘Er is hooguit ruimte voor een bank en een paar stoelen, maar toch voelt het ruim aan!’