Een cultureel pareltje in de Waddenzee
Denemarken heeft honderden eilanden, groot en klein, bewoond en onbewoond, en één ervan is Fanø. Het ligt ten zuiden van Blåvands Huk en ten noordwesten van Ribe en is populair vanwege zijn unieke natuur.
Vanuit Esbjerg vaar je in tien minuten naar Nordby, waar kapiteinshuizen en rietgedekte schippershuisjes aan de geplaveide straatjes liggen.
Het eiland is tegelijk een openluchtmuseum en een levendige plek met handel, gastronomie en een cultureel leven. Daardoor is het er fijn wonen en trekt het eiland elk jaar duizenden toeristen.
Een eiland met geschiedenis
Fanø heeft een ouderwetse maar ook vooruitstrevende charme. Er hangt een overlevingskracht die is gevormd door de ruige natuur en het barre klimaat.
De bewoners zijn het gewend zich te redden in moeilijke omstandigheden, wat tot een bijzonder saamhorigheidsgevoel en een sterk zelfbewustzijn heeft geleid.
Dat bleek duidelijk toen de Fanniker – zoals de bewoners in het Deens heten – het eiland in 1741 voor de aanzienlijke som van 6000 rijksdaalders terugkochten van koning Christiaan VI.
De drang om baas in eigen huis te zijn kwam ook tot uiting bij de grote gemeentefusie in 2007, toen Fanø zelfstandig wilde blijven.
Ervaar de brede zandstranden van Fanø
Er zijn allerlei goede redenen voor een verblijf op dit Waddeneiland. Dat is al bekend sinds het einde van de 19e eeuw, toen frisse lucht en baden in zee voor het eerst in verband werden gebracht met gezondheid en welzijn.
Als gevolg van de nieuwe trend werd in 1891 in Fanø Bad het eerste kuuroord van Denemarken gebouwd, Hotel Kongen af Danmark. Hier konden gegoede burgers zich in een koets naar diep water laten rijden om veilig voor nieuwsgierige blikken te baden in de zilte golven.
Jammer genoeg is het hotel allang afgebroken, maar er staan nog enkele oude vakantievilla’s uit die periode in de eerste duinenrij, die graag worden gehuurd door de bezoekers van Fanø.
Een rijk dierenleven
Hoewel we geen onderzoek hebben gedaan naar de motieven, vermoeden we dat het merendeel van de vele toeristen die Fanø elk jaar bezoeken, komt voor de natuur – niet in de laatste plaats voor de brede zandstranden.
Aan de westkant vind je zo’n 15 kilometer zandstrand. Uniek is dat het bijna een kilometer breed is, wat volop ruimte biedt voor allerlei sporten. Snelheidsduivels stappen in een blokart, en als je van vliegeren houdt, zijn het strand en de wind een paradijs.
Het eiland staat internationaal bekend om het grote vliegerfestival half juni, wanneer er tot wel 5000 fantasierijke vliegers de lucht in gaan.
Het strand is ook ideaal om te wandelen en te fietsen, en dan heb je ook nog eens een goede kans om een klompje van het ‘goud van Scandinavië’ te vinden: als je een scherpe blik hebt, kun je met een beetje geluk tussen het zeewier en de schelpen barnsteen aantreffen dat na een storm is aangespoeld.
Bezoek de charmante dorpen
Het dierenleven op Fanø is een hoofdstuk op zich. Op de zandbanken ten zuidwesten van Sønderho kun je dicht bij de zeehonden komen die in de zon liggen te rusten – als ze tenminste niet aan land zijn gegaan om te bevallen.
Naar schatting leven er circa 3000 gewone zeehonden in de zee rond Fanø, en de laatste jaren wordt ook de grijze zeehond vaker gezien. Als je dichter bij deze aaibare dieren wilt komen, kun je mee op een begeleide zeehondensafari.
Fanø is ook een paradijs voor vogelliefhebbers. In de lente en herfst bezoeken miljoenen vogels de Waddenzee om zich vol te eten en energie op te doen voor hun verdere reis naar het noorden of zuiden. Onder de vele prachtige vogels kun je strandlopers, scholeksters, wulpen, nachtzwaluwen en plevieren spotten, die zich ten zuiden van Sønderho verzamelen in het gebied Hønen.
Beschik je over een verrekijker, dan kun je ook het smelleken, de ruigpootbuizerd en de blauwe kiekendief ontwaren – en in de winter zelfs de zeearend.
Een bruisend cultureel leven
Architectuur, cultuur en het dorpsleven maken ook deel uit van de vakantie- ervaring op Fanø, dat twee charmante dorpen heeft: Nordby en Sønderho. Het laatste is uitgeroepen tot het mooiste dorp van Denemarken, en dat begrijp je als je door de smalle, kronkelige straatjes en steegjes loopt en naar de huizen met hun lage, rietgedekte daken kijkt.
Hier vind je ook het Fanø Kunstmuseum, dat een mooie permanente collectie van zo’n 1200 werken heeft en elk jaar drie of vier wisselende exposities houdt. Een bezoek aan Hannes Hus is ook aan te bevelen.
Dit oude schippershuis uit de jaren 1750 is bewaard gebleven om je een idee te geven van hoe het leven er een paar honderd jaar geleden uitzag, toen vrouwen het gezin runden en thuis het zware werk deden terwijl de mannen lange tijd op zee waren.
De kerk van Sønderho is monumentaal en heeft een heel bijzondere architectuur en geschiedenis, en de oude molen uit 1895 schetst een beeld van hoe het leven hier in vroegere tijden was.
Aan de voet van deze molen vindt het hoogtepunt van de jaarlijkse Sønderhodag plaats: een optocht waarbij de lokale bevolking zich hult in de traditionele klederdracht van het dorp. Dit kleurrijke evenement is een uitstekende gelegenheid om kennis te maken met de unieke muziek- en danstraditie van Sønderho.
Festivals op Fanø
Nordby, met 2800 inwoners de hoofdplaats van het eiland, heeft ook vele architectonische juweeltjes. Er zijn goede restaurants en winkels en diverse galeries met exposities van lokale kunstenaars als Johnny Madsen, een bekende Deense muzikant en schilder.
Muziek maakt ook deel uit van het culturele leven op Fanø, in de vorm van lokale optredens en festivals. Zo trekt het festival Fanø Vesterland duizenden muziekliefhebbers met popconcerten, terwijl het International Sønderho Guitarfestival de klassieke muziek voor zijn rekening neemt.
De lijst van festivals, variërend van een breifestival tot een drinkfestival, is lang. Een overzicht staat op fanoe.dk (in het Deens), waar je ook informatie vindt over de traditionele Fannikkerdage en de Sønderhodag.