
Een beeld van een houten huis
Dankzij een gevel van gebrand hout is deze Noorse architectenvilla buiten Oslo onderhoudsvrij – en heeft hij een unieke look. Ook aan de binnenkant is het een en al hout wat de klok slaat, dus het huis is op en top Scandinavisch.
Door‘De gevel ziet er een beetje vuil en versleten uit, maar hij is ook fraai. Ik vind het vooral mooi hoe het patroon in het houtwerk duidelijk naar voren komt, en dat de zon een zilverachtige glans teweegbrengt,’ aldus Harald Linnebo.
We zijn in Voksenkollen, zo’n 400 meter boven zeeniveau. De Noorse hoofdstad Oslo strekt zich uit in de diepte onder ons, achter ons is een dennenbos. De huizen hier communiceren met elkaar, en dat is geen toeval: ze moeten 3 etages tellen, rechthoekig zijn, een zadeldak hebben en bruin of zwart zijn.
Er was echter wel wat speelruimte. Het gezin met drie kinderen klopte aan bij het architectenbureau Schjelderup Trondahl, dat al eerder bijzondere huizen had ontworpen. Dit was een prachtige kans.
‘We dwongen onszelf iets anders dan anders neer te zetten ondanks de strenge bouwvoorschriften,’ vertelt Stian Schjelderup.
En dat zie je meteen al aan de buitenkant. Op sommige plaatsen is het huis pikzwart, elders is het houtwerk wat lichter. Shou sugi ban is een traditionele Japanse techniek waarbij hout met vlammen behandeld wordt. Dit gaat rotting tegen en vermindert het brandgevaar. Het gezin Linnebo hoeft bovendien nooit de verfkwast ter hand te nemen.
Het balkon en de grootste ramen zijn strategisch gepositioneerd op de bovenste verdieping van het huis, waar het glas lijkt te worden ingekapseld door het hout dat de kozijnen omlijst. De kleinere ramen, die open kunnen, hebben boter- bloemgele randen en ongelijke afmetingen. Ze lijken willekeurig aangebracht te zijn zonder dat er een patroon in te ontdekken valt.
‘Toen ik de tekeningen voor het eerst zag, vond ik het merkwaardig, maar we zijn aan het idee gewend. Zo gaat het vaak met originele oplossingen,’ glimlacht Harald Linnebo. In het hele huis is volop bergruimte gecreëerd als een natuurlijk onderdeel van het ontwerp. Het huis strekt zich uit over drie verdiepingen, en de bovenste is de beste. Hier gebeurt het.
‘Het voelt niet alsof we bekeken worden, want je kunt niet naar binnen kijken. In ieder geval niet helemaal tot aan het bankstel. En de planten in de vensterbank helpen ons aan het kleine beetje privacy dat we hier nodig hebben. Bovendien hebben we een paar Japanse kersenbomen in de tuin geplant. Die zullen het huis nog verder afschermen als ze groeien. Gordijnen hebben we niet nodig.’
En de gezelligheid dan?
‘Wij vinden de sfeer ontspannen en gezellig, en dat komt omdat we de muren en plafonds bekleed hebben met platen van eikenhout. We wilden niet in een gipsplatenhuis wonen, want gladde, witte muren geven niets terug. Houtwerk biedt een bijzondere warmte en is bovendien mooi om te zien. Zo mooi zelfs dat we er geen behoefte aan hebben om dingen aan de muur te hangen. Zo is het huis een meubel op zich geworden,’ besluit Harald Linnebo