© Christina Kayser Onsgaard

Een tuinhuis als toevluchtsoord

Rasmus Skaarup heeft het plaatsgebrek van zijn gezin opgelost met een bijgebouwtje van nog geen 10 m2 in de achtertuin. Daardoor hoeven ze niet te verhuizen. En het tuinhuis van hergebruikt materiaal is een toevluchtsoord geworden voor ouders die na een lange werkdag even willen opladen.

Als je het niet weet, dan zie je het ook niet. Maar tussen de bomen en de struiken in de tuin van architect Rasmus Skaarup gaat een bijgebouwtje schuil. Hier gaan hij en zijn vrouw elke avond heen – om er te overnachten, maar ook als ze gewoon een uurtje voor zichzelf nodig hebben.

© Christina Kayser Onsgaard

HET TUINHUIS heeft net plek voor een stoel en een bed. De wanden zijn bedekt met fineer, en de jaarringen van het onbehandelde hout verlenen het geheel een eenvoudige, natuurlijke sfeer.

‘Het is fantastisch om wakker te worden van het licht en iedere ochtend de zon op je gezicht te voelen. En het is kicken als er een kat voorbijkomt in het donker,’ vertelt Rasmus Skaarup van het bureau 2R Arkitekter.

Zijn gezin bestaat uit vier personen en een hond. En met een huis van 117 vierkante meter mocht er best wat ruimte bij.

© Christina Kayser Onsgaard

AAN DE ENE KANT van het tuinhuis zijn zwarte spijlen aangebracht. Die laten het licht door en geven het transparante gebouw iets meer privacy. Het is de bedoeling dat slingerplanten mettertijd tegen de spijlen op gaan groeien. De stoel heeft Rasmus Skaarup ontworpen samen met zijn partner in 2R Arkitekter.

‘Voor ons betekent het bijgebouw dat we niet hebben hoeven verhuizen. En met zijn 9,5 vierkante meter is het tuinhuis niet eens heel groot. Veel kamers zijn nog groter, dit is meer een hok. Maar je kunt er altijd heen als je de behoefte voelt om alleen te zijn. Of wanneer je even geen zin hebt om tieners te horen drummen,’ lacht Rasmus.

Een aanbouw aan het huis had misschien materiaal bespaard, maar het had meer gekost in verband met een bouwvergunning. Ook waren er dure oplossingen nodig geweest om het hoofdgebouw aan te passen.

© Christina Kayser Onsgaard

IN PLAATS VAN DE BOOM TE KAPPEN heeft Rasmus Skaarup hem in de constructie van het tuinhuis opgenomen.

‘Met een bijgebouw kun je dingen doen die met een aanbouw niet gaan. En het is wat primitiever, zoals een volkstuinhuisje. Al ligt het op slechts een paar meter afstand van ons eigen huis, je bent er toch even uit, alsof je op vakantie gaat,’ vertelt een tevreden Rasmus Skaarup.

Het heeft hem anderhalf jaar gekost om het tuinhuis te bouwen – in zijn drukke bestaan had het niet altijd prioriteit. En het was ook moeilijk om de juiste plek te vinden waar het precies zou passen, want het bijgebouw moest niet midden op het grasveld komen te staan.

© Christina Kayser Onsgaard

HET STROOKJE TERRAS rond het tuinhuis is versiering, maar je kunt er ook prima op zitten, bijvoorbeeld met een kopje koffie in de ochtend.

‘Een bijgebouw moet geen hoofdrol opeisen, zoals de woning zelf. Het mag best een beetje wegvallen. Het is een romantisch idee: jezelf kunnen verstoppen en een geheim plekje hebben.’

Mettertijd is het dan ook de bedoeling dat de planten op de bodem op zullen groeien tegen de spijlen die langs de gevel zijn aangebracht, zodat het tuinhuis écht verdwijnt en opgaat in het kleine bos eromheen.

© Christina Kayser Onsgaard

ACHTER STRUIKEN EN BOMEN staat het tuinhuis van architect Rasmus Skaarup. Het lijkt een paar centimeter boven de grond te zweven, maar dat gezichtsbedrog ontstaat doordat het fundament iets naar binnen is gebouwd. Het gebouwtje ontleent zijn lichtheid aan die vrije ruimte.

In wezen droomde Rasmus al lang van het bouwen van een tuinhuis, maar hij dacht niet dat hij het kon betalen. Het was dan ook een geluk bij een ongeluk dat zijn architectenbureau op een dag een partij ramen over had die hij niet terug kon sturen vanwege een verkeerde bestelling voor een gebouw. En het tuinhuis is nu gebouwd volgens het devies: hoe meer glas, hoe goedkoper.

© Christina Kayser Onsgaard

RASMUS SKAARUP en zijn vrouw slapen nu iedere avond in het tuinhuis.

Met de ramen als basis van het bijgebouw en de beperkte ruimte tussen de bomen zijn de oplossingen vrij ongebruikelijk. Zo is een van de bomen op het perceel ingebouwd in de constructie, terwijl de ramen de grootte hebben bepaald, waardoor er net plaats is voor een stoel en een bed. Maar volgens Rasmus Skaarup kan het geen kwaad als een paar obstakels de bouw bepalen.

‘Als alles kan, wordt het al gauw aan de saaie kant. De mooiste dingen ontstaan als je net iets tekortkomt.’