© Niklas Hart

Formule voor een fijn huis

Het zal je misschien verbazen maar het eerste wat de baas van Maaemo, een restaurant met drie Michelinsterren in Oslo, deed toen hij in zijn woning trok, was de keuken verkleinen.

Je hoeft er niet gegeten te hebben. Je hoeft niet eens een foodie te zijn. Je zult Maaemo toch wel herkennen als een instituut, een grensverleggend bedrijf, als synoniem voor ‘absolute wereldklasse’.

Maar bij Esben Holmboe Bang thuis zul je je afvragen: Is dit de hele keuken?

  • Toen we het overnamen, was de keuken enorm. Maar we weten precies wat we nodig hebben, dus hebben we hem flink verkleind. Zo kregen we een extra woonkamer die we kunnen gebruiken als we bezoek krijgen, zegt Esben.

Je vindt hier geen eiland, geen functionele wand, geen rek met bungelende potten en pannen. De hele keuken van Maaemo is langs één muur georganiseerd. Kasten en lades onder de bank, planken erboven. Ondanks de bescheiden afmetingen voelt Esben zich niet beperkt door het gebrek aan armslag.

  • Hier heb ik een aanrecht en een fornuis, dus ik heb alles wat ik nodig heb! Voor mij is het een misvatting dat je een grote keuken nodig hebt om lekker te kunnen koken.

Dorpsgevoel midden in de stad

Ruimte is nooit een sterk punt geweest in Lille Tøyen Hageby, een woonwijk in het oosten van Oslo die in 1917-1922 werd gebouwd voor fabrieksarbeiders – hier zouden ze licht, lucht en een stuk tuin krijgen. Esben en Kaja verhuisden in 2012 naar deze wijk, en toen hun kinderen groter werden (ze zijn nu 12 en 14), vonden ze een ruimer appartement.

  • Ik woon hier graag en zou nergens anders in Oslo willen wonen. We zitten vlak bij de stad en hebben een tuintje. En er heerst hier een dorpsgevoel, je groet hier iedereen. De architectuur doet soms denken aan Kopenhagen. Maar een beetje krap is het hier wel.

De 150 m2 zijn verdeeld over vier verdiepingen. De ouderslaapkamer met badkamer is in het souterrain. De kinderen hebben op de derde verdieping een kamer en een eigen badkamer. De keuken, woonkamer en hal bevinden zich op de begane grond, terwijl er op de eerste verdieping een meer besloten woonkamer is.

Hier vind je Esben als hij aan een van zijn andere hobby’s werkt: muziek. In de keuken zoemt de Sonos-speaker op de achtergrond, maar als Esben wil ontspannen, zet hij boven de buizenversterker aan – hij legt vinyl op de speler, leunt achterover op de bank en luistert.

  • Dat is het mooie ervan, het ritueel. De muziek vraagt meer aandacht, maar tegelijkertijd zorgt die voor afleiding van de stress van alledag. Ik kan daar zitten luisteren zolang een film duurt. Of misschien wel twee of drie films lang.

Een alledaags huis

Esben beheert momenteel verschillende locaties in Oslo. En het gaat niet alleen om eten en drinken, maar om alles rondom de maaltijd – van eetkamerstoelen tot dessertlepels. Thuis is het allemaal echter wat minder bedacht.

  • Hier hebben we alleen alledaagse voorwerpen, die toch ook uitgekiend zijn omdat we ons omringen met dingen die naar ons idee een doel dienen. Ik zet mijn huis niet graag vol met spullen die ik niet gebruik. De schoonheid zit ’m in het alledaagse. Het is geen doel om in een designhuis te wonen, het moet gewoon een fijn huis zijn, zegt Esben.

  • Maar natuurlijk willen we ons wel omringen met voorwerpen die kwaliteit en geschiedenis hebben en zo.

Soms krijgt de eerste en enige chef-kok van Noorwegen met drie Michelinsterren mensen te eten. Dan maakt hij graag gerechten die ‘niets nodig hebben, zodat je bij je bezoek kunt zijn’. Voelt hij nog steeds de druk van de verwachtingen als het eten op tafel staat?