Was de spinazie en stoom deze in het aanhangende water. Knijp het vocht er goed uit. Laat de spinazie afkoelen en hak fijn.
Stort de bloem op een werkblad en maak een kuiltje in het midden. Voeg de spinazie toe en breek de eieren erboven. Strooi er wat zout over.
Meng bloem, eieren en spinazie en kneed tot een stevig, soepel deeg. Laat het deeg als het glad en egaal is ca. 45 minuten rusten in een kom met een vochtige doek erover.
Deeg uitrollen
Leg het deeg op het werkblad, verdeel het in vier stukken en druk die een beetje plat. Haal ze dan door de pastamachine, eerst op de dikste stand en dan steeds een stapje dunner. Je kunt het deeg er per stand één keer of vaker doorheen halen. Voeg zo nodig tussendoor wat bloem toe en controleer regelmatig hoe ver je bent. Het deeg moet mooi dun zijn zonder dat het te melig wordt of kapotgaat.
Ik verwerk altijd één stuk deeg tegelijk. Als het deeg de juiste consistentie heeft, haal ik het als laatste door de snijders om er spaghetti of tagliatelle van te maken. Of ik snijd er met een mes lasagnebladen of pappardelle (bredere linten) van.
Hang de verse pasta over een rek, zodat hij niet aan elkaar klontert.
Als je de pasta een uur laat drogen, kun je er daarna voorzichtig ‘nestjes’ van vouwen.
Koken
Breng een grote pan water met zout aan de kook en kook de pasta 3 minuten. Laat de pasta uitlekken in een vergiet.