
Ook in de winter heeft de tuin zijn eigen schoonheid.
In deze indrukwekkende tuin gaan ruim 30.000 planten een symbiose aan met insecten en de mens.
AfWe zijn op de grens van Duitsland en Zwitserland, en hier in Weil am Rhein, vlak bij Bazel, wordt sinds 1950 architectuur van wereld- klasse gebouwd. In 1934 stichtte Willi Fehlbaum Vitra in Birsfelden en in 1950 verhuisde het bedrijf naar deze locatie.
Hier hebben de architecten Richard Buckminster Fuller, Jean Prouvé, Jasper Morrison, Herzog & de Meuron, Tadao Ando en Zaha Hadid elk hun stempel op het gebied gezet. Frank Gehry’s Vitra Design Museum, dat in 1989 werd voltooid, spant de kroon. De gebouwen liggen verspreid over een groot oppervlak, dat nu gedeeltelijk door een tuin verbonden wordt.
Zo krijgt het groepje wereldarchitecten gezelschap van de legendarische Nederlandse tuinarchitect Piet Oudolf. En hij heeft iets fantastisch neergezet: een tuin die een ode is aan biodiversiteit en meeverandert met de seizoenen.
‘Ik probeer mensen eigenlijk alleen maar te helpen hun fantasie om te zetten in werkelijkheid,’ zegt hij.
Hoe wild zijn tuinkunst in feite is, daar kun je over discussiëren. Hij streeft eerder naar een uitgebalanceerde samenstelling – of gemeenschap, zoals hij het noemt – van planten die elk hun sterke en zwakke punten hebben en verschillende bloeiperioden en levenscycli, waardoor zijn tuinen het hele jaar door een beleving zijn en het verval evengoed een plek heeft als de bloei.
Dat vergt een uitgebreide organisatie, een precies tijdsplan en een intensieve zoektocht naar de juiste planten. En met een expert als Piet Oudolf is het resultaat een waar kunstwerk. Hetzelfde geldt voor de tekeningen die de basis vormen voor zijn project op de Vitra Campus. Zo’n 30.000 planten kregen een plek in de tuin van 4000 m2.
Zijn relatie met de plantenwereld grenst volgens hemzelf aan een obsessie, en hij is niet zozeer botanicus als wel theaterregisseur.
‘Voor mij zijn planten persoonlijkheden, die ik al naargelang hun uiterlijk en gedrag kan inzetten en rangschikken,’ legt hij uit.
‘Noem me wat je wilt, voor mijzelf ben ik een tuinier,’ zegt hij bescheiden.
Maar dan wel een tuinier die de scheppende kracht was achter de High Line in New York. In Denemarken zijn zijn ideeën te zien in de tuin van restaurant Noma. Bijen spelen daar een belangrijke rol, net als in de tuin van Vitra. Langs de rand staan bijenkasten, met een volk dat in korte tijd moet uitgroeien tot zes kolonies.
De bijen worden zo gehouden dat ze in de bijenkast natuurlijke honingraten kunnen maken. De kasten zijn geverfd met kleurrijke, ecologische verf en bezoekers wordt verzocht om op fotoafstand te blijven. Want de wilde natuur kan ook té wild worden