© Niklas Hart

Van stoffige autowerkplaats tot rauwe vakantie-idylle

De zoektocht van de Noorse architect Harald Lode naar een vakantiehuis eindigde voor een loslatende garagedeur in een slaperig stadje op Mallorca. Nu heeft hij de kleine autowerkplaats omgetoverd tot een vakantiehuis voor hemzelf en zijn partner.

Architect Harald Lode was zijn eigen opdrachtgever toen hij de kleine autowerkplaats ombouwde tot een vakantiehuis voor hemzelf en zijn partner. De deur van knoestvrij grenenhout geeft een klein Scandinavisch tintje.

© Niklas Hart

Architect Harald Lode uit Noorwegen renoveerde zijn Spaanse vakantiehuis door het af te pellen. Eerst vonden hij en zijn partner het eiland, toen het dorp. De zoektocht van Harald en Terje naar een vakantiehuis eindigde voor een afbladderende garagedeur in het zijstraatje Calle Barraques.

Daarachter: een stoffige, donkere en rommelige autowerkplaats. Maar daar weer achter: twee sinaasappelbomen op een bed van groen onder een stralend blauwe hemel.

We bevinden ons in Artà, een dorp in een dal bij een bescheiden berg aan de oostkant van Mallorca. Het enige dat hier aan het strandleven doet denken is de kleur van de gebouwen: duizend tinten beige en roze.

De afwezigheid van gifgroene luchtbedden en roze flamingo’s is bijna verwarrend. Het is makkelijker om een abstract olieverfschilderij of een handgeweven mand te kopen dan een kleurige polyester zwembroek.

Artà was de plek waarmee Harald en Terje zich wilden verbinden. Dit moest een uitvalsbasis worden van waaruit ze de rest van het eiland konden verkennen. Maar eerst moest de garage bewoonbaar worden.

  • Als architect kun je beter iets aanpakken wat kapot is dan iets wat al is opgeknapt, vindt Harald.

Je gaat niet naar Mallorca om binnen te zitten

Het eerste wat ze deden, was nog meer slopen. Het doel was om één grote ruimte te creëren op de begane grond met een opening naar de patio. Je gaat immers niet naar Mallorca om binnen te zitten.

Maar waar anderen de ruwe wanden zouden hebben geëgaliseerd, koos Harald ervoor om de betonnen muren zo te laten, bij wijze van herinnering aan de geschiedenis van het gebouw en de locatie.

  • Al die ruwheid vergt iets van je als je ermee wilt leven. En het hoefde ook weer niet overal zo te zijn. Wat we toevoegden, moest licht en teer zijn. Hout betekent veel voor ons Scandinaviërs. Die gezelligheid en warmte halen we graag binnen, vooral in de winter.

Zo contrasteert al het ruwe en het toevallige met het mat gestuukte pleisterwerk en het zachte grenen. Alles in het grijs-beige spectrum, maar het ruïneachtige is er nu wel af.

  • We wilden eerlijk zijn over de constructie en het materiaal. Als het nieuw is, moet het er ook nieuw uitzien. Als het oud is, moet het er oud uitzien, legt Harald uit.

Een huis met een introverte houding ten opzichte van de omgeving

Het nieuwe is heel nauwkeurig op maat gemaakt. Het oude is zoals het was, in al zijn perfecte imperfectie. Af en toe komt er een steen of een stukje pleister los van het beton.

  • De Spanjaarden begrijpen dat niet helemaal. Voor hen horen zulke oude muren in de stal of garage thuis.

De twee garagedeuren zijn deels vervangen door grote matglazen ramen. Daardoor komt het licht binnen, terwijl het huis zijn besloten karakter behoudt, net als de andere huizen in de straat. Je moet geluk hebben – of ongegeneerd nieuwsgierig zijn – om meer dan een glimp op te kunnen vangen van hoe de mensen hier leven.

Maar waar de meeste Spaanse huizen donker en krap zijn, is Casa Barraques van Harald en Terje juist licht. Daar geurt de citroenboom het hele jaar door en glinstert het zoutwaterzwembad als een kleine versie van de Middellandse Zee. Dit alles wordt omlijst door de door de zon gebleekte, door zuur aangetaste muren van de andere gebouwen.
Ook al zo volkomen onvolkomen.