
Zeldzame schoonheid: Uitzicht op de Faeröer.
Het sterrenrestaurant KOKS op de Faeröer ligt midden in de ruige natuur. Wij brachten een exclusief bezoek aan de eigenaar, die in het huis van zijn grootouders woont. Dat heeft ook al een betoverend uitzicht, en het landschap is geïntegreerd in het interieur. Dankzij een verbouwing is de woning traditioneel Faeröers en hypermodern tegelijk.
Door — 23. maart 2019Johannes Jensen ontvangt ons in het prieel van zijn weelderige tuin in de Faeröerse plaats Tórshavn. In de verte ontwaren we de op een monnikspij lijkende kerk, die is gemodelleerd naar een zeilschip op weg naar het oosten. Hij sluit mooi aan bij het vleugje Japans dat de tuin heeft. Johannes wijst ons op de ondergrondse bron, die 182 meter diep in de grond is aangeboord om het huis van aardwarmte te kunnen voorzien. Dat is gelukt, met lage energiekosten als resultaat: slechts 174 euro per jaar. En bij het tuinpad spuit een fontein er lustig op los.
‘Neem een glas water, het heeft precies de goede temperatuur en pH-waarde,’ zegt Johannes, die is opgeleid in de hotelbranche.
Sinds tweeënhalf jaar wonen hij en Anna Dahl-Olsen in dit kleine, functionalistisch ogende huis uit 1938, dat ze in 2007 hebben gekocht en sindsdien flink hebben verbouwd. Met veel zorg en met respect voor de familie van Johannes, die een sterke band heeft met het huis.
Ze zijn allebei 56 jaar. Hij is hotel- en restauranteigenaar en zet zich in om verspilling van voedsel in de sector tegen te gaan, zij is directie- secretaresse. Samen hebben ze drie zonen van 25, 30 en 33 jaar.
‘Het viel ons zwaar om weg te gaan uit het huis waar onze kinderen zijn opgegroeid. Maar nu we nog maar met zijn tweeën zijn, is het prima om minder ruimte te hebben. We wonen hier heerlijk privé en toch dicht bij het centrum,’ aldus Anna, die het huis functioneel, overzichtelijk en onderhoudsvriendelijk noemt.
‘We zitten dicht op de natuur en hebben aan alle kanten veel licht. Ik geniet evenveel van de regen tegen de ramen als van het licht. En het heeft me verrast dat ik zo houd van het gebeier van de kerkklokken. Dat wist ik niet,’ vertelt Anna in de donkere, enigszins masculiene keuken.
In de oorspronkelijke keuken van het huis is de moeder van Johannes geboren, en in de twee kamers beneden bliezen zijn opa en oma op 90-jarige leeftijd op dezelfde dag, een paar uur na elkaar, hun laatste adem uit. Die sterke historische band wordt meteen bij de ingang al duidelijk, waar zich nog de originele trap bevindt.
‘We zijn buiten en toch binnen, op een zichtbare, tactiele manier,’ zegt Johannes, wijzend naar de tegels die binnen en buiten hetzelfde zijn. Daarnaast zijn er acht buitendeuren en vier binnendeuren.
‘De uitdaging was het ontwerp van de aanbouw en hoe die vanbinnen en vanbuiten te laten versmelten met het bestaande huis,’ aldus Eliasen.
‘Het lastigst was het om het souterrain, met een wasruimte, meterkast en bergruimte, te realiseren. Het is nogal ingrijpend om zo diep te graven als je rekening moet houden met een huis dat er al staat en de kadastrale grenzen vrij krap zijn. Maar het ging gelukkig goed.’
‘Dankzij de verbouwing en de uitbreiding kunnen Anna en Johannes nu elke dag genieten van de geraffineerde rijkdom die het gevolg is van de ontmoeting tussen architectuur en context, tussen bouwwerk en natuur,’ zoals Eliasen met de kennis van zaken van een architect opmerkt.
‘Je ervaart het huis nu in het samenspel tussen het veranderende daglicht en het wisselende decor van de seizoenen, en het grote dakterras
‘Qua interieur stond het voor Johannes en Anna voorop dat ze in een praktisch, functioneel huis wilden wonen dat zo veel mogelijk in contact staat met de natuur,’ vertelt Nemery. ‘De materialen moesten samengaan met de vele moderne, technische maatoplossingen én met de ruige omgeving op een perceel waar voor Faeröerse begrippen veel bomen staan. Daarnaast wilden ze het huis van Johannes’ opa en oma zo inrichten dat de ziel en de geschiedenis bewaard bleven en benadrukt werden. Het moest een interpretatie van een moderne Faeroërse woning zijn en een baken van rust vormen in een druk bestaan.’
De woning wordt nu gevormd door het oorspronkelijke hoofdhuis, in 1938 gebouwd door Asbjørn Skarðhamar. Deze verkocht het twee jaar later aan de opa van Johannes, Hans Poulsen van het eiland Nólsoy, dat je tussen de boomtoppen door kunt zien liggen. En recent is er dus de door Eyðun Eliasen ontworpen aanbouw aan toegevoegd.
Op de eerste verdieping is er gekozen voor vloeren met schaafsporen en akoestische plafonds van oud gevelhout uit Oostenrijkse chalets. Die accentueren de oorspronkelijke puriteinse uitstraling van het huis. In de aanbouw zijn de afgeronde hoeken van de gevel en de gevelbekleding doorgevoerd in de woning zelf. Ook hier is gewerkt met indirect licht om het ruwe materiaal aandacht te geven. Het speciaal ontworpen wastafel- meubel van Corian en het bad benadrukken de vorm van het gebouw en brengen het binnen- en buitenmilieu naadloos en op elegante wijze samen.


















